Familie Kets/Ketz, de tak Rozendaal

Gerrit Kets

Het Gemeentehuis in Rozendaal. Het lagere gedeelte is een overblijfsel van het vroegere logement.

Gerrit Kets was de stamvader van de afsplitsing van de familie Kets die we hier de Rozendaalse tak zullen noemen. Hij leefde van 1768 tot 1817. Hij werd geboren in Drempt, de streek waar de familie Kets van oorsprong uit voortkomt. Petronella van Zadelhof was waarschijnlijk de reden van de verhuizing naar Rozendaal. Zij woonde in Rheden. Op 6-5-1798 werden zij in de echt vereenigd door Ds. Roland in Spankeren en werden zij logementhouders in Rozendaal. Het logement bestaat nog steeds en is nu onderdeel van het gemeentehuis van Rozendaal.

Van 1811 tot 1817 was Gerrit gemeenteraadslid van de Gemeente Velp namens het dorp Rozendaal. In 1811, toen ons land was ingelijfd bij het Franse Keizerrijk, viel de voormalige heerlijkheid Rosendael onder de Mairie van Velp. Op 1 januari 1818 werd Rozendaal een zelfstandige gemeente.

Gedicht van Elizabeth Maria Post over Rozendaal
O Natuur, hoe groots en strelend
ligt gij in dit zalig dal!
Bij 't gemurmel dezer beekjes,
bij het klaatren van dien val,
bij 't gesuis der zachte windjes,
in de blaadren van het bos,
bij den glans der milde droppen
in het schoon bedauwde mos.
Bij het lied der nachtegalen
in het zacht en trillend groen,
bij het blauwen gindser bergen
die mijn ogen rusten doen.
Ja, bij alles wat mijn zinnen
hier zo zacht betoovrend vleit,
voel ik het geluk des aanzijns
met een stille dankbaarheid.
Zalig mensch! wiens needrig hutje
in dit stil en hemels oord
staat verscholen, die geen tonen
dan van vrede en blijdschap hoort.
Die, terwijl gewoel en zorgen
uwe stille woning vliedt,
bloemen van verborgen vreugde
voor uw voeten bloeien ziet.
Hoe, hoe zinken de ijdle glanzen
van den rijkdom van - een troon
bij de stille eenvouwge luister,
o Natuur, van al dit schoon!
Streel, ai streel altoos het harte
van al de eignaars van dit goed,
door dat rustig zacht genoegen
dat gij mij genieten doet.

Bron: Elizabeth Maria Post (1755–1812)
De familie van Gerrit

Gerrit was het oudste uit een gezin van zes, eigenlijk zeven kinderen. Het zusje Nölken overleed voor haar eerste verjaardag. Zijn ouders waren Geurt Kets en Wendelina ten Bosch. Het gezin bestond verder onder andere nog uit broer Hendrik Kets. Uitgever te Doesburg, uitgever van het staatsblad voor de provincie Gelderland en van 30-06-1795 tot 19-09-1795 zelfs Lid van de Staten (Provisionele Representanten) van het Kwartier van Zutphen namens: Eerste Departement - Drempt. Zijn zusje Jantjen Kets – winkelierster, gehuwd met Jacob van Zadelhoff (president kerkvoogd en Eerste Assessor (Wethouder)). De al genoemde Nölken Kets die jong stierf. Zijn zus Neuleke Kets. Zijn broertje Geurt Kets die gemeenteraadslid van de gemeente Hummelo en Keppel werd. Hendrik; Geurt en de man van Jantjen zaten dus ook in het openbare bestuur. En tot slot het jongste broertje, Frederik Kets. Dit was nog wel een zorgenkindje. In 1810 werd het grondgebied van de voormalige Republiek der Verenigde Nederlanden onderdeel van het Franse keizerrijk. Sinds deze inlijving werden voor ons land belangrijke besluiten in Parijs genomen. Bij Senaatsbesluit van 3 april 1813 werd een nieuwe Nationale Garde gevormd. In het Gelders Archief wordt o.a. deze lijst van alle mannen van 20-40 jaar in de gemeente Angerlo bewaard. Daar staat over Frederik Kets in: Frederik Kets sans profession (zonder beroep) point aisé (in het geheel niet vermogend) ce jeune homme a été mis sous curatèle par cause de démence entière (deze jongeman werd onder curatele gesteld vanwege algehele dementie) https://www.archiefman.nl/nt/Angerlo_nat_garde1813.pdf

De gemeente Rozendaal telde behalve het dorp Rozendaal ook de gehuchten Terlet, Imbosch en Plagdel. De gemeente heeft een onverwacht grote oppervlakte doordat een groot deel van de veluwe onder haar grondgebied valt. In 1848 werd de lengte van de gemeente op 2 a 3 uur gaans geschat. De rozendaalse beek zorgde in die tijd voor veel bedrijvigheid. Er waren maar liefst 5 papierfabrieken en 1 korenmolen gevestigd. Het dorp Rozendaal was niet zo groot. Maar het herbergde wel het kasteel Rozendaal. Schuin tegenover het kasteel stond het logement.

Over de pacht vertelden ons de archieven het volgende: Pacht inclusief een perceel Lands genaamt den Knollenkamp, den Hasenacker, een Wijde de Cruyenkamp, de Geer En de Paarde Kamp voor Eene jaarlijkse pagt fl 539,15 3 tonne bier, 4 vragten Tot May 1803 De Pagt geprolongeert van May 1803 tot May 1809 op conditie vermits met Maij 1803 is gemaakt aan de Herberg Eene overdekte Colf en Kegelbaan daar meede voor te betaalen Eene Jaarlijkse Pagt van fl 55 beginnende met 1e May 1803. Bron: Mw.Akkermans

Geurt Kets

Geurt Kets was 18 jaar oud toen zijn vader stierf. Na de dood van zijn vader moest hij meehelpen in het logement want zijn moeder had zelfs al in de overlijdensadvertentie het volgende beloofd: alzoo de Affaire door mij en mijne Kinderen, op denzelfden voet zal worden voortgezet, belovende steeds eene prompte en civiele behandeling.

Zijn moeder Petronella van Zadelhoff hertrouwde twee jaar later op 44 jarige leeftijd met de 59 jarige Otto Meulenborgh fabrikant in passementen. (Passement is een vorm van decoratief borduurwerk of kantkloswerk, dat vervaardigd wordt door een gespecialiseerd kleermaker, de passementwerker, die belegsels, borduurwerk, tressen, of garnering van goud- of zilverdraad vervaardigt, voor op kleding.)

Geurt (1799-1881) was de oudste uit een gezin van vier kinderen. Hij werd het oudst, de anderen stierven al jong. Broer Willem overleed kort na zijn geboorte. Zijn zusje Bartje overleed 8 jaar oud in 1812 en zijn zus Hendrina werd maar 18 jaar oud en stierf een jaar na het overlijden van haar vader.

De gemeente Rozendaal

Het gemeentewapen tot 1935
De gemeente Rozendaal, gelegen ten noordoosten van Arnhem aan de rand van de Zuid-Veluwe, is ontstaan uit de Heerlijkheid Rosendael. Het Kasteel Rosendael, oorspronkelijk gebouwd in de 14e eeuw en sindsdien diverse malen verbouwd, is achtereenvolgens in bezit geweest van de Hertogen van Gelre, de Van Arnhems, de Torcks en de Van Pallandts.
Het grondgebied van Rozendaal is lange jaren bewoond geweest door hen die op enigerlei wijze in relatie stonden tot het kasteel: jachtopzieners, tuinlieden etc. Ook bestond er enige nijverheid in de vorm van enkele papiermolens langs de Rozendaalse beek. De laatste is door oorlogsgeweld verdwenen. Tot ver in de 20e eeuw bedroeg het aantal inwoners van Rozendaal niet veel meer dan 400
Bron: Studiegroep Frankeerstempels Gemeenten

Geurt Kets
Geurt begon zijn loopbaan dus als logementhouder. Maar daarmee hield het niet op. Geurt werd ook rentmeester van het kasteel Rozendaal. In het feodale tijdvak werd een bezit, zoals een heerlijkheid, beheerd door een rentmeester als de heer langdurig afwezig was, bijvoorbeeld omdat hij verbleef op een ander van zijn bezittingen of in dienst was van zijn leenheer. De rentmeester was vroeger vooral de beheerder van landelijk onroerend goed waarbij een gedegen exploitatie (innen van de pacht, verkoop houtopstanden, zorgdragen voor een goed onderhoud van de opstallen etc.) van een landgoed voorop stond. Een lucratieve bezigheid die op provisie basis werd beloond. Geurt kon zelf grond aanschaffen en er in handelen. Daarom stond hij al in 1841 als grondeigenaar bekend.

Hij volgde ook zijn vader op als lid van het gemeente bestuur. Tot 1844 was hij assessor (wethouder) en van 1844 tot 1850 zelfs burgemeester van Rozendaal. Na 1850 werd hij raadslid en na 1858 weer wethouder. Natuurlijk verliep het democratische proces destijds anders dan nu. De Baron zal een toegewijd dienaar in het gemeente bestuur ook wel handig hebben gevonden. Als rentmeester zal Geurt het druk genoeg hebben gehad in die tijd. De Baron van Torck liet het huis verbouwen en de tuinen werden in engelse landschapsstijl herschapen. Samen met zijn buurman van kasteel Biljoen die het naburige bos Beekhuizen verfraaide met verschillende romantische landschapselementen werd er een sprookjesachtig geheel geschapen. Geurt trouwde op 20 jarige leeftijd op 1 mei 1819 met de 18 jarige Aletta de Ridder. Samen kregen ze 12 kinderen.

Geurt Kets en Aletta de Ridder.
Kinderen van Geurt en Aletta
  1. Gerrit Derk Lexsius Kets (1820–1863), (Leeftijd 43 jaar).
  2. Clasina Petronella Magdalena Kets (1821–1908), (Leeftijd 86 jaar).
  3. Hendrina P. Kets (1823–1901), (Leeftijd 78 jaar).
  4. Otto Kets (1825–1834),(Leeftijd 9 jaar).
  5. Wilhelmina Cornelia Kets (1827–1895), (Leeftijd 67 jaar).
  6. Willem Albertus Kets (1828–1849), (Leeftijd 20 jaar).
  7. Petronella Wilhelmina Kets (1831–1871), (Leeftijd 39 jaar).
  8. Cornelis Kets (1833–1834), (Leeftijd 1 jaar).
  9. Otto Kets (1835–1916), (Leeftijd 81 jaar).
  10. Dirk Cornelus Kets (1837–1915), (Leeftijd 78 jaar).
  11. Antonie Evert Kets (1839–1839), (Leeftijd 0 jaar).
  12. Anthonia Everdina Kets (1840–1841), (Leeftijd 1 jaar).

Onder het rentmeesterschap van Geurt vonden grote ontwikkelingen plaats. Nadat A.L.Adolph Torck in 1834 eigenaar was geworden van het kasteel en landgoed, gaf hij opdracht voor ingrijpende wijzigingen aan het huis. De oude dienstgebouwen werden afgebroken en vervangen door een nieuwe zijvleugel met koetshuis en stal. Dit is de zijvleugel die ook nu nog te zien is. De laatste veranderingen aan het huis betroffen belangrijke wijzigingen in het interieur. Die zijn omstreeks 1860 in historiserende stijl uitgevoerd door de Arnhemse architect L.H. Eberson, in opdracht van het echtpaar Van Pallandt-Torck. Na 1780 werden de formele tuinen al op onderdelen gewijzigd en in 1837 is de gehele aanleg veranderd in een landschappelijk park naar ontwerp van J.D. Zocher jr. De 'tuinsieraden' uit het ontwerp van Marot werden echter in het nieuwe park opgenomen. Ook het 17de-eeuwse lanenstelsel van eiken en beuken is goeddeels intact gelaten. De door Zocher ontworpen oranjerie is de grootste in ons land die nog als winterberging voor kuipplanten functioneert. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de oranjerie zwaar beschadigd en werd afgebroken. In 1990 is ze herbouwd. Bron: Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen

Hotel Kraijestein & Residence Roosendaal

In 1838 stopt de familie Kets met het logement. Het landgoed Rozendaal met het kasteel en eerder zelfs ook een dierenpark was al heel vroeg een wat we nu toeristische plek van belang zouden noemen. In tegenstelling tot wat doorgaans wordt aangenomen is toerisme niet alleen iets van onze tijd. Ook in vroegere tijden bezocht de toplaag van onze samenleving plaatsen die zij van belang achten. Het logement zal Kets daarom ook geen windeieren hebben gelegd. Het succes blijkt ook uit het feit dat de opvolger: Dhr. Kraaijestein, zelfs kans ziet een heel nieuw en groter logement te betrekken. Gelegen op een hoge plaats met prachtig mooi uitzicht op het park. (Later werd het The Hunting Lodge.) Het oude logement werd als woonhuis door de familie Kets in gebruik genomen. Dit huis kreeg de naam Slotzigt. Na een latere verbouwing/vergroting tot landhuis werd het Roseneath genoemd. En uiteindelijk na de familie Kets werd het het gemeentehuis van Rozendaal.
Op de plaats van Hotel Kraijestein verrijst inmiddels een groot nieuwbouwproject (2025). Résidence Roosendael wordt een luxueus appartementen complex.

Geurt Kets en Aletta de Ridder.
ROZENDAAL BIJ ARNHEM.
Wat had men in vroeger jaren
Op Rozendaal een pret!
De donkere lanen waren
Met heggen afgezet;

In koepels, met goud beladen,
School heel een rommmelzoö
Van Tritons en Najaden
In grillig roccoco.

De watervalletjens plaschten
Langs marmren trapjens neer,
En springfonteintjens verraschten
Den wand laar keer op keer.

Dan reed men in koetsen naar buiten,
De Dames gehoepelrokt,
De Heeren met zijden kuit-en,
Gekrulpruikt en gerokt.

Dan zat men in groene prieeltjens
En luisterde met gevoel
Naar 't kweelen der filomeeltjens
En der kikkertjens in de poel.

Dan gingen de oude heeren
Aan 't whisten met stalen vlijt,
De jongen aan 't écarteeren,
En harten was troef altijd.

Dan togen de Jonkers aan 't henglen
En vischten zich in 't zweet,
En ook de Freules, die englen,
Ze hadden zoo graag eens beet...

Wat hadden ze in vroeger jaren
Op Rozendaal een vermaak!
Helaas, de gepoederde hairen
En heggen zijn uit den smaak!

Bron: J. J. L. ten Kate. geschreven in 1856.