Treffers 651 t/m 700 van 2,117
| # | Aantekeningen | Verbonden met |
|---|---|---|
| 651 | Bron:Willem Vlietstra | Rob (I3777)
|
| 652 | Bron:Willem Vlietstra | Robbert (I3778)
|
| 653 | Bron:Willem Vlietstra | van Hemmen, Martinus (Martien) (I4972)
|
| 654 | Bron:Willem Vlietstra | Liet, Kjell (I5805)
|
| 655 | Bron:Willem Vlietstra | Liet, Sepp (I5854)
|
| 656 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | van Lith, Pieter (Piet) (I5917)
|
| 657 | Bron:Willem Vlietstra | Noorlander, Cornelis (Cees) (I6120)
|
| 658 | Bronkhorstermolen. Spaensweertseweg 1 7221LB Bronkhorst Tot de "heerlijke rechten" van de eigenaren van de heerlijkheid Bronkhorst behoorde tot 1795 het recht op gebruik van de wind. De inwoners van Bronkhorst waren verplicht hier hun koren te laten malen (molendwang). Tot 1844 stond op het huidige molenerf een standerdmolen die in de nacht van 17 op 18 mei dat jaar afbrandde. In 1803 verkocht F.A. Graaf van Limburg Stirum de molen aan Jan Breukink. Zijn zoon Christiaan en zijn echtgenote Wendelina Hermina Kets lieten de huidige molen als opvolger van de verbrandde molen bouwen. Na Breukings dood was zijn weduwe tot 1860 eigenaresse. Tot vlak na de Tweede Wereldoorlog is de molen als maalwerktuig in bedrijf. Toen de wieken stil werden gezet, werd de molen een prooi van het verval. In 1958 verzamelde een comité geld in om de molen deels te laten restaureren, wat in 1960 zijn beslag krijgt. Als eerste molen in Nederland kreeg de molen toen draaipremies en een teller voor de draaiuren. Hierdoor betaalde de overheid mee aan de exploitatie. | Breukink, Christaan (I2457)
|
| 659 | Bronkhorstermolen. Spaensweertseweg 1 7221LB Bronkhorst Tot de "heerlijke rechten" van de eigenaren van de heerlijkheid Bronkhorst behoorde tot 1795 het recht op gebruik van de wind. De inwoners van Bronkhorst waren verplicht hier hun koren te laten malen (molendwang). Tot 1844 stond op het huidige molenerf een standerdmolen die in de nacht van 17 op 18 mei dat jaar afbrandde. In 1803 verkocht F.A. Graaf van Limburg Stirum de molen aan Jan Breukink. Zijn zoon Christiaan en zijn echtgenote Wendelina Hermina Kets lieten de huidige molen als opvolger van de verbrandde molen bouwen. Na Breukings dood was zijn weduwe tot 1860 eigenaresse. Tot vlak na de Tweede Wereldoorlog is de molen als maalwerktuig in bedrijf. Toen de wieken stil werden gezet, werd de molen een prooi van het verval. http://www.molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=192 | Kets, Wendelina Harmina (I2456)
|
| 660 | brugwachter | Kreuze, Wolter Jans (I3685)
|
| 661 | Bruidegom trouwt met toestemming van de regenten van het gereformeerd Burgerweeshuis te Rotterdam. | Gezin: Sander Christiaan Boerlage / Wijntje Ketz (F1195474109)
|
| 662 | Bruin haar en wenkbrouwen blauwe ogen Rond en vol van aangezicht. Lengte op kousen: 5 voet 6 duim 3 streek (nu ongeveer 1.67m) Ouderdom: 18 jaar Stamboeken van Officieren, Onderofficieren en Minderen der Landmacht | Kets, Johannes (I7286)
|
| 663 | buijten de Camperpoorte | Stevens, Hermannus (I7117)
|
| 664 | Buitenlandse Zaken: Vreemdelingenpaspoorten, Naam: Kets, mevr. L.M. 1206-1250, Stukken betreffende de afgifte, verlenging en weigering van paspoorten aan vreemdelingen en personen zonder nationaliteit, alsmede naturalisatie van vreemdelingen tot Nederlands onderdaan [dossier A152 Vr]. 1916-1940 55 pakken http://proxy.handle.net/10648/edbe9b90-a7de-102d-ad54-0050569c51dd | Kets, Louise Maria (I7565)
|
| 665 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Harbers, Daatje Willemina (I7422)
|
| 666 | Bungalow | Kets, Anthonius Hendrik Gerardus (I7196)
|
| 667 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Lanfermeijer, Wim (I1208)
|
| 668 | C.H. heeft als zeemilicien gediend in O-Indië van 26 Febr 1929 tot 30 Nov 1929 en ontslagen uit de dienst v.w. ongeschiktheid voor waarneming t.g.v. lichaamsgebreken.Bij Henk voel je je thuis. Bier borrel en een vriend incluis.Dit staat op het persoonsbewijs-beschermhoesje van cafe de Pool. | Lanfermeijer, Casper Hendrik (I1917)
|
| 669 | Café Ketz | Ketz, Hermanus Albertus (I2340)
|
| 670 | Café Ketz Halfweg. | Ketz, Willem Marinus (I2553)
|
| 671 | café, bakkerij en winkel | Ketz, Albert Wilhelm (I2336)
|
| 672 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Jansen, Ronald Anton Josef (I1397)
|
| 673 | Catharina Gerdina Johanna Kaal; geboren 26 okt 1867 te Rheden, Dienstbode, overleden 9 mei 1943 te Arnhem (GD). Zij trouwde 18 april 1894 te Arnhem (GD) met Gerrit Brand Hendrik Elijzen, geboren rond 1864 te Rheden, Tuinman, overleden 29 nov 1941 te Arnhem (GD), zoon van Jan Elijzen en Aaltje Kets. http://kibrahacha.com/genealog/pub/kst/txt_karel.htm | Gezin: Gerrit Brand Hendrik Elijzen / Catharina Gerdina Johanna Kaal (F244)
|
| 674 | Catharina is op 09.11.1898 naar Maarsseveen vertrokken. CONT _NEW _NEW | Liet, Catharina (I5607)
|
| 675 | Catharina was Diacones, zij werkte 60 jaar in het Diaconessenhuis in Arnhem. CONT _NEW _NEW | Lether, Catharina Johanna (I5467)
|
| 676 | Ceedet is geboren als een onecht kind van Willemina Arendsen, hij wordt gewettigd bij het huwelijk van Willemina met Egbert Schol en krijgt ook de naam Schol als achternaam. | Schol, Ceedet (I6348)
|
| 677 | Cees bezit een booth en scenery building company en werkte o.a. achter de schermen van de TV-shows van Ivo Niehe. CONT _NEW _NEW | Lether, Cornelis(cees) (I5480)
|
| 678 | Charles Krienen Regelmatig wordt in deze rubriek geciteerd uit boeken van de op 30 november 1873 te Laag-Keppel geboren schrijver Charles Krienen. In dat dorp was zijn vader de plaatselijke smid. Het boek met de titel ‘De zoon van de dorpssmid’ (1900) heeft daar dus zeker alles mee te maken. Krienen volgde een opleiding tot onderwijzer en verliet de Achterhoek en werkte daarna op scholen in Bussum en Den Haag. Hij trouwde twee keer; uit beide huwelijken kwamen in totaal acht kinderen voort. Twee ervan stierven op jonge leeftijd. Rond 1925 kreeg Krienen een alcoholprobleem. Dit was voor zijn tweede vrouw aanleiding hem te verlaten. Waarschijnlijk is zijn alcoholverslaving ook de oorzaak van zijn vervroegd vertrek uit het onderwijs geweest. Naast dit probleem waren er geldzorgen. Voortdurend zat Krienen in geldnood. Hij klopte dan ook regelmatig bij zijn uitgevers aan om een voorschot te verkrijgen op zijn honorarium. Als kinderboekenschrijver werd hij rond 1900 actief. Behalve onder zijn eigen naam publiceerde hij onder de pseudoniemen P. Koekoek en Suze Brinkgreve. Die laatste auteursnaam gebruikte hij voor een aantal meisjesboeken. In totaal verschenen meer dan zestig jeugdboeken van zijn hand. Belangrijke gebeurtenissen in deze streek zijn herkenbaar beschreven, zoals de komst van de tram, de invloed van de 1e wereldoorlog, oude gebruiken en de invloed van de baron van kasteel Keppel op de dorpsgemeenschap. Zijn latere werk is gesitueerd in Den Haag en omgeving. Zijn opvattingen over de eisen die aan een kinderboek gesteld moeten worden, formuleerde hij in het tijdschrift ‘School en Leven’ (1902/1903): “Wat een kind doet grijpen naar een boek, dat doet de innigheid, waarmee het is geschreven, dat doet de liefde, die spreekt uit iedere regel, die recht gekomen is uit de fijnvoelende ziel van de schrijver, die al die personen in zijn boek heeft neergeschreven, als echte menschen van vlees en bloed”. Bij het lezen van zijn boeken wordt men inderdaad meegesleept in de gevoelens en invoelend vermogen van de schrijver. De boeken van Krienen zijn niet alleen boeiend voor kinderen, ook volwassenen worden bij het lezen geconfronteerd met een diep gevoel van eerlijkheid, rechtvaardigheid en vriendschap. Begrijpelijk dat de schrijver, in zijn beleving van de wereld, tegenslagen en teleurstellingen ondervond. De realiteit van het ‘harde’ leven aan het begin van de vorige eeuw was blijkbaar zo in tegenstelling met zijn visie daarop, dat hij een uitweg zocht via de fles. Hij wist daar niet op een verstandige manier mee om te gaan. Charles Krienen overleed in 1945 in Amsterdam aan hongeroedeem, dat is een ziekte veroorzaakt door ernstige ondervoeding. De eerste boeken van zijn hand spelen in de Achterhoek. Meestal zijn het avontuurlijke jongensverhalen zoals ‘De zoon van den dorpssmid’ (1900), ‘Uit de jeugd van een Gelderschen jongen’ (1904) en ‘Twee echte jongens’ (1905). Het hieronder weergegeven fragment uit ‘De avonturen van vier pretmakers‘ (1906) speelt in Hummelo en Keppel. Vier jongens uit Laag-Keppel lopen, al pratende, op een weggetje naar de Galgenberg en de Zwartekolk bij Hummelo. Bijna aan het eind staat een steenen paal. “Daar staat hij”, zei Kees, “de overwinningspaal van de onzen”. “En die van Hummelo zeggen, dat zij den paal daar neerzetten”. “Bluf”, zei Nico, “hij staat op Keppelschen grond”. De paal, waarover de jongens spraken, wordt genoemd in de taal dier streek de ‘gijzelpaal’. Hij werd daar geplaatst na een bloedigen slag, geleverd tusschen de bewoners der beide dorpen Hummelo en Laag-Keppel. In dien slag bleven, zeggen de Keppelsche dorpers, zij overwinnaars. Gegeeseld hadden zij hun vijanden en ter gedachtenis aan hun heerlijke triomf, plaatsten zij de gijzelpaal. “Zou die daar al lang staan?” vroeg Jaap. “Al eeuwen”, antwoordde Kees heel wijs. “Ze zeggen het ten minste”, vulde Nico aan. “Toch echt, dat de Keppelschen zich zoo hebben geweerd”, meende Frans. “Eigenlijk is dat vechten toch onzin”, zei Kees. “De oude Bitters vertelde laatst, dat ze elkaar met messen en hooivorken te lijf gingen, en zonder reden. Ze vochten alleen, omdat ze niet woonden in ’t zelfde dorp”. “’t Is waar”, zei Frans, “toch mag ik die Hummeloschen ook niet lijden; ’t is raar volk”. “De Hummelosche jongens van ijzer en staal - Die moeten voor de gijzelpaal - De Keppelsche jongens van koper en tin - Daar zit zoo veel courage in”. “Een raar versje toch eigenlijk”, zei Jaap, die natuurlijk dit lied ook kende, “de Hummeloschen zijn van ijzer en staal, en wij van koper en tin. IJzer en staal is vrij wat harder en sterker”. Bron o.a.: ‘Eén grote vreugderit’ (Op reis door Achterhoek en Liemers met jeugdboeken uit de collecties van Stichting Staring Instituut en Stichting ’t Oude Kinderboek) dat te koop is bij het Staring Instituut te Doetinchem. Door Fred Wolsink. Gepubliceerd in Weekblad Contact (7 oktober 2008). https://hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/rondom-de-hessenweg/564-charles-krienen-in-laag-keppel-rdh003-20-2-2007.html https://hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/rondom-de-hessenweg/570-het-boek-karel-vermeer-van-charel-krienen-rdh009-17-4-2007.html https://hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/rondom-de-hessenweg/586-kermis-in-laag-keppel-rdh025-21-8-2007.html https://hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/rondom-de-hessenweg/621-charles-krienen-rdh060-7-11-2008.html https://hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/rondom-de-hessenweg/628-tineke-van-het-postkantoor-suze-brinkgreve-rdh067-25-11-2008.html | Krienen, Charles (I7556)
|
| 679 | Christiaan Beumer: 22 September 1852 schrijft hij een gedicht bij het beroep van de Rhedense dominee J.F.W. Köningsfeldt naar Elspeet en 2 jaar later van enige dankbetuigingen voor genoten onderwijs aan den Heer Predikant van 't Sandt te Velp Wanneer er nu eens geen radio en t.v. was, hoeveel mensen zouden dan niet hun gevoelens in prachtige gedichten en verhalen weergeven. Nee, onze Christiaan dient gekoesterd te worden en het is jammer, dat ik niet zijn hele oeuvre hier voor u neer kan schrijven. Hoewel we al weer bijna aan 't einde van het jaar zijn, wil ik mijn studie over Christiaan Frederik Beumer beëindigen met een nieuwjaarsgroet, opgedragen aan den Hoog Weledel Geboren Heer en Vrouwe baron en baronnesse van Pallandt van Rosendael, de Weledele Heer Kets en verdere ingezetenen van Rosendaal. ( op verzoek vervaardigd voor de Rosendaalsche Klepperlieden ) Weer dreunt van wijd en zijd 't geknal Der vreugde om ons henen: Weer wordt er menig schot gedaan Omdat we een nieuw jaar binnengaan en 't oude is verdwenen. En daarbij komt van heinde en ver Een menschenstroom u tegen Ja, allen wie gij ziet of hoort, Zij brengen niets dan menschen voort Van heil, geluk en zegen. En zouden wij, wij klepperlui Dan onze plicht verzaken? Wel, zouden wij, die 't gansche jaar, Zoowel bij nacht als dag staan klaar Op d=eersten dag niet waken? Gewis, wij zijn altijd present, En staan ook nu niet achter. Bij zoet en zuur, bij lief en leed, Hebt g=in elk onzer, zoo gij weet, Steeds een getrouwe wachter. En nu, ter zaak! Zoo is dan weer Geheel een jaar vervlogen. Ging menig ons ten grave voor, Gelukkig wij, die 't nieuwe door Gods gunst aanschouwen mogen. Het oude jaar heeft van Gods trouw En zorge ruim doen blijken, Want, schoon Hij ons zondt zuur en zoet Deedt Hij toch meen'gen tegenspoed Goedgunstig van ons wijken. En, wat viel ons geen vreugd ten deel, In 't jaar dat is verslonden! Of, was het ons geen blijde maar, Het huwlijk van dat Hooge Paar Korts in den echt verbonden! Dat God met die verbindtnis zij Is onze mensch een bede. Ja, zij het jeugdig paar bereid Een Eden op hun Heerlijkheid, Waar liefde woont en vrede. Dien Zegen valt ook ruim ten deel U Heeren en Mevrouwen! U Rentenier en Fabrijkant! En U, o Steunpilaars van 't land! Bebouwers der landouwen! Ja allen zij dit nieuwe jaar Een jaar van heil en Zegen! Een ieder blijv' voor ramp behoed, Ver, ver zij elken tegenspoed Koom' u slechts welvaart tegen! En nu, verschoon het nedrig vers Dat wij bij deze U bieden. Eenvoudig is het, dat is waar, Doch 't komt van (dit is niet minder waar) Opregtste Klepperlieden. 1855 Hans Rijnbende Bron: Bundel gedichten en verhalen 1846 - 1862, 815 pagina's van Christiaan Frederik Beumer, eigendom van Mevr. M. Hagen- Eckert te Rheden. Spiegel van de Nederlandsche Poëzie door alle eeuwen, Victor. E. Van Vriesland 1939 Dichterschap en werkelijkheid, W.L.M.E. van Leeuwen, 1934 | Kets, Geurt (I2743)
|
| 680 | Christiaan is weduwnaar van Aleida Spengeman. CONT _NEW _NEW | Tabor, Christiaan (I6553)
|
| 681 | Christian Henrich was weduwnaar van Catharina Maria Hocke geen akte geen bijlage | Gezin: Cristian Henrich Wincker / Anna Gerdrut Lanvermeier (F684)
|
| 682 | Coenraad is erkend en gewettigd bij het huwelijk van zijn moeder Maria, met Johannes Hermanus Hartgers. CONT _NEW _NEW | Hartgers, Coenraad (I4918)
|
| 683 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Lanvermeier, George Edward Jr (I2037)
|
| 684 | Cornelis is overleden in Duitse kriegsdienst. | Bot, Cornelis (I4140)
|
| 685 | Correspondentie adres N.v.Dee Kanaalweg 18 2313 DT Leiden | Kamp, Frederika Johanna Christina Maria v.d. (I1668)
|
| 686 | Crematorium "Reestborgh" Zomerdijk 10a Meppel | Lanfermeijer, Gijsina (I1945)
|
| 687 | Crematorium"Kranenburg"Zwolle | Lanfermeijer, Franciscus Hendricus (I1933)
|
| 688 | custos in Drempt | de Pijper, Johan (I2501)
|
| 689 | custos te Panderen | Blij, Petrus (I2502)
|
| 690 | D. 12 febr. overleeden: Enneken Kets, oud 40 jaren, huisvrouw van Hendrik van Zadelhof. Laat na 9 kinderen. Een uur geluid en bijgezet d. dito. f. 2=14= vold. Nederduits gereformeerde gemeente te Rheden R.B.S. 1361, begraafboek 1795-1811. | Kets, Enneken (I662)
|
| 691 | D=Duiven G=Groessen L=Loo W=Westervoort Arb. = Arbeider Dagh.= Daghuurder/Dagloner BK. = Boerenknecht BM. = Boersman Westervoort 16-08-1811 | Bosveld, Lambert (I18)
|
| 692 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Verhagen, Harmina (Inez) (I6673)
|
| 693 | Daniël trouwt Tina. Uit dit huwelijk: Gabriëlle (1996), Daniël Hendrick (1997), Antony Hendrick (1998) CONT _NEW _NEW | Lether, Daniël Antony (I5481)
|
| 694 | Dat staat niet op zijn Burgelijke Stand kaart, maar wel op een 'Vragenlijst en Kwartierstaat van zijn zoon Geurt wanneer die trouwt, afgegeven door de Gemachtigde voor Afstammingsbewijzen van het Departement van Binnenlandse Zaken in 1943. Op 1 mei 1891 treedt hij met een jaarwedde van f. 400,-- als postbode in dienst van de Posterijen. Zijn standplaats is Steenderen, hij behoort onder het postkantoor Brummen en werkt in Steenderen. Op 16 mei 1905 wordt hij benoemd tot brievenbesteller met een wedde van f. 600,--. Twee jaar later wordt dit verhoogd naar f. 675,- wanneer hij op 16 september 1907 brieven- en telegrambesteller wordt. Op 1 mei 1915 –hij verdient dan f. 725,-- wordt hem eervol ontslag verleend. | Leether, Theodorus (I2564)
|
| 695 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Lanfermeijer, Liz (I1766)
|
| 696 | DATA 34 Jaar 3 Maanden | Lanvermeier, Casper Henrich (I2019)
|
| 697 | Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. | Lanfermeijer, Suzanne Caroline (I1653)
|
| 698 | DATA A.Hunnekink eerder gehuwd met G.E.v/d Kolk (Ov) M.E.Voorham eerder gehuwd met F.B.Lanfermeijer(107) (Ov) geen aktes geen bijlages | Gezin: Antonie Johannes Hunnekink / Mathilde Emilia Voorham (F553)
|
| 699 | DATA Acht weken oud Bevolkingsregister Index 1864 letter Lan-Lan Fiche 3710 (466-1512) | Lanfermeijer, Carel Cornelis (I1908)
|
| 700 | DATA Akte 1300 | Gezin: Arie Molenbroek / Margaretha Frederika Ox (F750)
|
